top of page
Foto van schrijverMaria Vroegindeweij

Vloeken in de kerk

‘We nemen haar maar niet meer mee naar de kapel hoor. Ze zat de afgelopen keren zo te vloeken…!!!’ De man die de bewoners ophaalt voor de kerkdienst deelt dit mee aan de zuster. Je ziet aan zijn gezicht dat hij het moeilijk vindt. Iemand een kerkdienst ontzeggen is niet fijn, maar het is een hopeloze situatie. Andere bewoners reageren er heel negatief op. ‘Laat die vrouw d’r mond es houwe’, wordt er dan hardop geroepen door een ander. Meedelen dat die persoon in kwestie er niets aan kan doen kan geheit rekenen op hoon en gefronste wenkbrauwen ‘Ja, ja, ’t zal wel…En óf dat ze weet wat ze zeit!!!' Ongenuanceerd. Zonder enige vorm van empathie. Dat die ander (ook) lijdt aan dementie kan er niet in bij de lotgenoten. Zij vloeken toch ook niet. Dat zij op andere fronten misschien ontremd gedrag vertonen zijn ze allicht vergeten. En dat weer een ander ’s morgens wel vijf keer om een boterham vraagt ‘omdat ze nog niet gegeten heeft’...?

Er wordt wat gescholden en gemopperd vanwege het niet accepteren van elkaars gedrag. Puur omdat ze het vermogen niet meer in zich hebben om te relativeren. Wat dat betreft is en blijft dementie, welke vorm dan ook, een rot ziekte.

Decorumverlies (het verlies van fatsoensbesef) kan rekenen op onbegrip, frustratie en soms totale escalatie tussen de bewoners onderling.

Zolang medebewoners rustig een spelletje doen, gezellig kletsen, zich gedragen, gaat het nog wel. Maar bij ernstig afwijkend gedrag als slaan, schelden, spugen, schoppen, vloeken wordt het ook voor ons als verzorgenden lastig welke tools je moet inzetten.

Voor familie valt het ook niet mee. Pa en moe die altijd netjes leefden, trouw ter kerk gingen en dan nu zó…?! Heel verdrietig!

En ja, ook voor de medebewoners! Want wees nou eerlijk: je zou heel de dag maar zitten op zo’n woongroep, met een vloekend persoon naast je.

Het doet me denken aan een voorval wat ik lang geleden hoorde van een collega:

Een pastoor (met dementie) en een andere bewoner zaten samen op een bankje. Ineens begint de man naast de pastoor vanuit het niets hard te vloeken en te schelden. De pastoor, die wel wát gewend was in zijn parochie, kijkt de man es aan van opzij. Zet z’n bril op z’n neus en reageert heel bedaard: ‘Nou, fíjn gemeentelid bent u’.

Zo kan het dus ook😊!


213 weergaven0 opmerkingen

Comentários


bottom of page