Als iedereen gegeten heeft willen we zelf ook even een pauze nemen.
‘Waar zijn m’n boterhammen?’ Roept een collega als ze de koelkast inkijkt. Er wordt overal gezocht. Op elk boord en in de groentebakken. Nergens te bekennen. Dat wordt een karige maaltijd zo met alleen een appel. Raadselachtig…
Een andere collega heeft het ook een keer aan den lijve ondervonden. Ze had een mandarijn nog op de aanrecht liggen, voor ná haar avondeten. Ze moest even naar toilet. Komt terug: weg mandarijn! En ga dan maar es na wie die ‘gestolen’ heeft.
‘Hé Willem’. Er komt een man van een andere woongroep bij ons binnen. Gelijk beroering in de tent.
Hij loopt schuifelend maar doelgericht verder. Speurend kijkt hij rond. Zou er iets te versnaperen zijn op deze groep?
‘Heb je die weer’, wordt er hardop gemompeld. ‘Die hoort hier niet. Laat ’t ie es weg gaan. Hij jat alles’. Maar Willem hoort het niet of hij doet net of ‘t ie het niet hoort. Hij loopt schuifelend maar doelgericht verder. Speurend kijkt hij rond. Zou er iets te versnaperen zijn op deze groep? Ik kijk mee en zie dat mijn bakje met eten open staat op het aanrecht. Oei, even veilig stellen. Ik hou het anders niet vol tot vanavond elf uur.
Het is 21 uur. ‘Mag ik alsjeblieft een boterham?’ vraagt Miep. ‘Dat moet echt van de dokter hoor, hij heeft het zelf tegen me gezegd. Ik heb het aan m’n schildklier, die werkt te snel en anders wordt ik zo naar. Ik ben zo akelig nu…’ Demonstratief wankelt Miep een stukje opzij en het lijkt of ze valt. ‘Echt, ik stel me niet aan. Ik heb heel de avond nog niks gegeten en anders val ik flauw’. Even later staat ze zelf twee boterhammen te smeren aan de aanrecht. Het is al voor de derde keer vanavond. Haar bord met kruimels van de vorige boterhammen staat nog op haar rollator. Afijn, ze is gelukkig niet op dieet. De bakker is er goed mee.
De volgende dag heb ik weer avonddienst en lees in de rapportage over Miep:
Er lagen vanmorgen twee boterhammen met ham en kaas bij mevrouw op de slaapkamer. Brood wat wij hier niet hebben. Stagiaire gaf aan dat de collega van gisteren haar brood kwijt was. Dit bleek achteraf het brood van collega te zijn dat mevrouw uit de koelkast had gehaald en meegenomen. Er waren een paar happen van genomen, de rest lag in de rode teil op haar bed.
Raadsel opgelost.
