Bewegen op muziek
- Maria Vroegindeweij
- 30 jun
- 2 minuten om te lezen
Daar komen ze binnen gedruppeld. De één wat terughoudend, zo van ‘wat moet ik hier’. De ander al gelijk enthousiast. En alles wat daar tussen in zit.
De zaal zit vol. Er klinkt muziek uit de boxen. En we starten.
Ik zie Menno zitten. Zijn ogen staan wat terneergeslagen. ‘Hij wilde helemaal niet mee’, zegt de collega die naast hem zit. Ondertussen weten we dat die onwil om mee te gaan totaal verandert zodra de muziek van start gaat. En ja wel. ‘Daar bij die molen, die mooie molen…’ Je ziet het gebeuren. De armen bewegen mee op het ritme van de muziek. Daarna de benen. En jawel hoor, het duurt niet lang of Menno gaat staan en swingt mee met alle liedjes die voorbij komen. Tulpen uit Amsterdam,
Er gebeurt van alles met zulke momenten. Er worden sjaaltjes uitgedeeld en in de lucht gegooid, Kees krijgt ruzie. Hij trekt aan het touw wat ze in handen hebben gekregen om roeibewegingen te maken op liedjes als ‘daar bij de waterkant’. Zijn buurman trekt terug. En hard. ‘Wel jij…!’ Ze gaan bijna op de vuist. Ik loop naar Kees toe en we weten de boel te sussen door met een rijmpje (changé, olakidee, wie gaat er mee…) hem van plek te laten veranderen met de medewerker wonen en welzijn tussenin. Phoe, dat was bijna geëindigd in het lied Ruzie met de buren.
Bij de tweede groep schuiven wat minder mensen aan, maar ook dat is niet erg. Na eerst gezellig een kletspraatje van de muziekagoog Elza zit de sfeer er al snel goed in. Eén dame van rond de honderd kijkt het es even aan. Ze woont nog niet zo lang in Nieuw Rijsenburgh en ze is op getrommeld door wat vrouwen die dicht bij haar wonen. Het eerste liedje wat opgenoemd wordt kent ze niet.
‘Waar hebt u altijd gewoond’ , vraagt de vrijwilligster die meegeholpen heeft om de mensen op te halen. ‘In Rotterdam’ , is het antwoord. Aha…dan zingen we liedjes die met Rotterdam te maken hebben. En van lieverlee zie je de houding van deze dame veranderen. Was ze eerst wat met lichte tegenzin aanwezig (ze ‘moest’ mee van haar ‘vriendinnen’) aan het eind van het muziekuurtje is ze volledig ontdooid. Elza bedankt haar voor aanwezigheid. ‘Weet je’, zegt ze, ‘ik vind het achteraf zo fijn dat ik mee gegaan ben. Ik zit eigenlijk altijd op m’n kamer. En door jou heb ik nu de eerste stap gezet. Ik zie nu hoe leuk zoiets is met elkaar.’

Comentários