Ondertussen is de echtgenote binnen gekomen van de man die heel hard is achteruit gegaan. Ze is van slag. ‘Gisteren at hij nog een stukje appel!’ Haar lippen trillen en ik zie de tranen in haar ogen. ‘Laat em maar slapen hoor’, zegt ze, ‘hij is zo moe’. En dat doen we.
Aan het eind van de morgen fris ik hem wat op, samen met mijn collega vrijwilliger. Dit doen we heel summier, met zorgwashandjes.
Als ik uit zijn kamer loop, met het afvalzakje nog in m’n hand, zie ik dat de echtgenote het erg moeilijk heeft. Ze zit aan de tafel. Haar gezicht vertrokken van ingehouden emotie. Ik heb van alles nog in m’n hoofd wat ik zou moeten doen, maar ik pak een stoel en ga bij haar zitten. Met verdrietige stem vertelt ze:
‘Als hij komt te overlijden sta ik er helemaal alleen voor. Geen familie! Geen kinderen! Het enige wat ik heb zijn een paar lieve buren waar ik ook af en toe mag eten. Ik zie er zo tegen op, dat ik straks alleen ben. We deden altijd alles samen. We waren echte maatjes’. Haar ogen staan droevig, tranen wellen op en glijden langs haar wangen. Mijn hart gaat uit naar deze vrouw. Ik zou haar zo graag willen helpen. Kon ik maar iets doen om het aankomende lijden van alleen zijn te verminderen of weg te nemen. Op zo’n moment voel ik me machteloos.
Ik zie dat de echtgenote het erg moeilijk heeft. Met verdrietige stem vertelt ze hoe ze tegen de toekomst opziet, zonder haar man!
Tegen twaalven komt er een nieuwe opname. Een vrolijke man. Zijn zus is er bij. Ik geef een hand. ‘Welkom in Calando’, zeg ik. Tegelijkertijd realiseer ik me dat dit best wat vreemd is. Welkom in een Hospice. Tja…
Hij is erg moe. Ik laat hen even bijkomen. Alleen even de medicatie checken in verband met insulinegebruik.
Later komt ook de dochter. Zij beseft heel goed dat er voor haar vader geen weg meer terug is. Dit is echt het laatste stukje. Ze is erg verdrietig.
Als ik later op de middag haar vader help op toilet zie ik dat dit nauwelijks gaat. Zo moe is hij. Zwak wankelt hij het bed uit. Ik ondersteun hem. Ik overleg met hém (en later met mijn collega) of een katheter misschien een optie zou zijn. We vinden het in ons Hospice erg belangrijk dat in deze fase van het leven energie bespaard wordt voor de kostbare laatste momenten met familie en dierbaren.
Aan het eind van mijn dienst fiets ik terug naar huis, moe maar voldaan! Wat een mooie waardevolle manier van zorg leveren is dít. Ik zit volkomen op m’n plek hier!
![](https://static.wixstatic.com/media/11062b_a91c752eefc14a7d9b142b46d3500755~mv2.jpg/v1/fill/w_980,h_644,al_c,q_85,usm_0.66_1.00_0.01,enc_auto/11062b_a91c752eefc14a7d9b142b46d3500755~mv2.jpg)
Comments